Een van de meest frustrerende online ervaringen is het moeten wachten tot een webpagina geladen is. Helemaal als je net die transactie van dat artikel, dat je zo graag wilt hebben, aan het afronden bent, en je beeldscherm reageert niet meer.
Consumenten verwachten dat pagina’s steeds sneller laden, terwijl hun geduld met websites die hier langer over doen is afgenomen. Uit onderzoek blijkt dat vandaag de dag nog slechts 51 procent van de consumenten ‘geduldig’ wacht op de volgende webpagina, waar dat vijf jaar terug nog voor 63 procent gold.
Een slechte bezoekerservaring kan door verschillende factoren zijn veroorzaakt. Zo is het mogelijk dat de website nog niet geschikt is gemaakt voor een bepaald apparaat of een hogere verbindingssnelheid; de geografische locatie van de server ten opzichte van de gebruikers ongunstig is; of dat de website gebruikmaakt van een ongeschikte infrastructuur. Deze uitdagingen zijn te overwinnen, al is piekverkeer een lastig probleem om op te lossen. Plotselinge drukte richting je website kan leiden tot congestie op de infrastructuur en zodoende tot een armzalige ervaring voor iedere bezoeker.
De sleutel tot de oplossing van piekverkeer is vooral voorbereid zijn op het onbekende. Een website moet dynamisch genoeg zijn om zich te kunnen aanpassen aan iedere denkbare gebeurtenis.
Een perfect voorbeeld van goed voorbereid zijn diende zich op 23 en 24 juni jl. aan: het EU-referendum in het Verenigd Koninkrijk. De websites van dagbladen kregen grote hoeveelheden piekverkeer te verwerken (zie: Press Gazette) en The Telegraph zag zich zelfs met een verdrievoudiging van het aantal bezoekers geconfronteerd.
Toename webverkeer van 280 procent
Verslaggeving van de campagnes voor het EU-referendum in het Verenigd Koninkrijk stuwde het bezoekersaantal van Telegraph.co.uk naar grote hoogten. De dag dat de uitslag bekend werd gemaakt registreerde de website een record van 16,3 miljoen unieke gebruikers wereldwijd, waaronder 7,3 uit het Verenigd Koninkrijk zelf. Dat is bijna het dubbele van het oude record van 4,6 miljoen unieke bezoekers, tijdens parlementsverkiezingen. De gebruikers waren met ruim twaalf minuten ook nog eens stukken langer op de website aanwezig. De vraag naar video en live content was hoog, gezien de 4,4 miljoen video-plays en de 2,2 miljoen kijkers van de livestream van het referendum.
Bij dergelijke onvoorspelbare pieken waarmee The Telegraph werd geconfronteerd, moet je er zeker van zijn dat je de vraag van bezoekers aan kan. Maar ook dat de gebruikerservaring die lezers verwachten in tact blijft, waar en hoe ze ook met de website verbonden zijn. Juist ook voor media is het van cruciaal belang dat ze van zulke belangrijke gebeurtenissen op welke schaal dan ook verslag kunnen doen.
Sommige bedrijven proberen piekverkeer het hoofd te bieden door de eigen infrastructuur uit te breiden. Die benadering is echter duur, lastig te onderhouden en betekent dat hardware 90 procent van de tijd onder het stof staat, in plaats van zijn werk te doen. Verder, wanneer een website bezoekers van veel verschillende locaties ontvangt, lost deze aanpak de performanceproblemen die afstand kan veroorzaken niet op.
Content delivery network
Bedrijven die regelmatig te maken hebben met piekverkeer doen er goed aan zich te oriënteren op een oplossing die hen op structurele basis en op een kosteneffectieve manier helpt dit probleem aan te pakken. Een van de oplossingen waar veel organisatie gebruik van maken is een content delivery network (cdn) dat dynamisch schaalt wanneer de vraag toeneemt. De aflevering van content en applicaties wordt zo op een slimme manier versneld en geoptimaliseerd waarbij het niet uitmaakt waar een eindgebruiker zich bevindt en met welk device en via welk netwerk hij de data opvraagt.
Dankzij de inzet van een cdn realiseren zij een uitstekende performance: snelle, betrouwbare en veilige website-ervaringen, ongeacht de situatie van de eindgebruikers. Tegelijkertijd is de infrastructuur-offload optimaal, evenals de operationele wendbaarheid van it-teams. Zo kunnen zowel de kosten als de behoefte aan meer interne infrastructuur worden teruggedrongen.
