Het wankelende Belgische spraak- en taaltechnologiebedrijf Lernout & Hauspie (L&H) koerst aan op een overname of een doorstart.
Als daarover geen overeenstemming kan worden bereikt met de schuldeisers is een faillissement onvermijdelijk, heeft topman Philippe Bodson gisteren gezegd.
L&H heeft zowel in België als in de Verenigde Staten uitstel van betaling gekregen om zich de schuldeisers van het lijf te houden. Na de val zijn er nog twee mogelijkheden om uit de problemen te komen: overname door een grote onderneming uit de telecom- of softwaresector of een doorstart in een nieuwe onderneming.
Een overname is het duurste alternatief, zegt Bodson. Een overnemende partij moet niet alleen een prijs voor L&H betalen, maar ook geld investeren om het bedrijf te laten doordraaien. Een goedkopere variant is een doorstart, waarbij de technologie van L&H wordt ingebracht in een nieuwe onderneming. Die zou in handen moeten komen van de banken, die als grootste schuldeisers hun vorderingen moeten omzetten in aandelen.
Daarnaast zouden zij bereid moeten zijn om vers risicokapitaal te verstrekken.
L&H staat voor honderden miljoenen gulden in het krijt bij de banken. Om het herstelplan te kunnen doorvoeren is echter ook de steun nodig van de kleine schuldeisers, die genoegen moeten nemen met gedeeltelijke uitbetaling van hun vorderingen.
Onderdeel van het reddingsplan is verder de eerder aangekondigde verkoop van het Brusselse vertaalbedrijf Mendez, dat een vestiging heeft in Eindhoven, en het vervreemden van L&H Medical Solutions. De verkoop van deze onderdelen, waarvoor geen uitstel van betaling is aangevraagd, is noodzakelijk om geld in kas te krijgen. De schuldeisers beslissen op 5 juni over het herstelplan, dat is gedeponeerd bij de rechtbank in Ieper.