De Amerikaanse milieuwaakhond, de Environment Protection Agency (EPA), heeft een rapport uitgebracht aan de volksvertegenwoordiging met aanbevelingen voor het beperken van het elektriciteitsgebruik van datacenters. Het rapport heeft verstrekkende gevolgen als de wetgever de aanbevelingen overneemt.
EPA adviseert in zijn 133 pagina's tellende rapport onder andere dat er een standaard moet komen voor het meten van de energiezuinigheid van datacenters. Aanvankelijk zou daarin vooral naar de prestaties van de hardware moeten worden gekeken, later aangevuld met een maatstaf voor de productiviteit van het datacenter als geheel.
De Amerikaanse overheid zou volgens EPA het voorbeeld moeten geven in het publiceren van de energiezuinigheid van haar datacenters. Elke twee of drie jaar zou worden gekeken of er geen verdere besparingen mogelijk zijn. De Amerikaanse overheid neemt nu 10 procent van het totale energieverbruik door datacenters voor haar rekening.
De overheid moet volgens EPA daarnaast onderzoeksprogramma's starten waarin zij samenwerkt met bedrijven, universiteiten en stroomleveranciers voor de ontwikkeling van energiezuinige technologie. Met dezelfde partners zouden convenanten over het streven naar energiebesparing moeten worden gesloten.
Beetje ongeloofwaardig
Wanneer alle aanbevelingen van EPA voortvarend worden uitgevoerd, leidt dat in 2011 tot een energiebesparing van 110 procent ten opzichte van de berekende stijging van het energieverbruik. Ofwel: een besparing met tien procent ten opzichte van het verbruik in het meetjaar 2006. EPA vindt die uitkomst zelf wel een beetje ongeloofwaardig.
Gebaseerd op de huidige groei in het energieverbruik door datacenters berekent EPA een verdubbeling van de energieconsumptie in de VS in 2011. Dat betekent een totaal verbruik van 12 gigawatt tijdens piekuren. Dat verbruik ligt nu op 7 gigawatt. De extra vraag komt overeen met de capaciteit van tien elektriciteitscentrales. EPA is vooral bezorgd over de extra milieubelasting van die extra centrales.