Onderzoeksbureau Ovum voorspelt een extreem snelle groei van de markt voor softwarecomponenten: van drie miljard dollar in 1998 naar 64 miljard in 2002. Software op basis van componenten is niet nieuw, maar wordt nu volwassen, zo stelt het onderzoeksrapport Componentware: building it, buying it, selling it.
De huidige strijd op de softwaremarkt vindt plaats op infrastructuur- en architectuurniveau. Door de ontwikkelingen op het gebied van componenten verschuift dat naar concurrentie op het niveau van dienstverlening en bedrijfsoplossingen.
Ovum definieert een softwarecomponent als: "een stuk software met een bepaalde functie waarvan de technische implementatie voor de gebruiker verborgen blijft". De onderzoekers spreken vancomponentware en verwachten dat de opmars ervan vooral aan de serverkant gestalte krijgt. Erp-leveranciers als SAP en Baan zullen allereerst de adoptie van componenten stimuleren.
Volgens Ovum zal de verschuiving van monolitische software naar componenten geruisloos plaatsvinden. "Tot dusver stond vooral functionaliteit aan de clientkant in de belangstelling. Componenten maken het makkelijk om bestaande software uit te breiden en aan te passen. De echte marktontwikkeling zal daardoor in debackoffice aan de serverkant plaatsvinden."
De meeste gebruikersorganisaties zullen kiezen voor geleidelijke adoptie van componenten door het te gebruiken als voertuig voor integratie van verschillende technologieën. De toepassing als systeemontwikkelmethode blijft hierbij achter.
De onderzoekers wijzen op de cruciale verschillen tussen de verschillende executieplatformen voor componenten. IT-managers moeten waken voorlock-in-situaties van leveranciers van producten voor infrastructuren. Hierbij kunnen klanten producten van die ene leverancier gebruiken.