Terwijl tal van ooit gratis diensten op internet zijn verdwenen of betaald geworden, bezweert Dirk J. Hengst dat zijn service kosteloos blijft. Wel ontwikkelt hij een betaald abonnement op Virusalert voor professionele automatiseerders.
Anderhalf jaar geleden is Virusalert (http://www.virusalert.nl) in het leven geroepen. Dat was gedurende de hoogtijdagen van het Iloveyou-virus, waarvan ook Hengst slachtoffer werd. "Er moet toch iemand zijn die zich hiermee bezighoudt en anderen waarschuwt", was zijn logische gedachte. Er was in Nederland evenwel niemand die dat deed. Hij liet het niet bij gedachten alleen, maar belde it-technisch onderlegde studievriend Jeroen Oostendorp. Samen zetten zij een website op, in de vrije uurtjes, met informatie over virussen en allerhande ander schadelijk materiaal.
Daarnaast maken ze een nieuwsbrief die de rondte doet op het moment dat een echt gevaarlijk softwareprogrammaatje om zich heen grijpt. "Je moet dat echt beperken tot de gevaarlijkste virussen, anders heeft zo’n e-mail nieuwsbrief geen effect meer. Mensen moeten, zodra ze ons mailtje zien, meteen denken: ‘Er is iets ernstigs aan de hand’. In de praktijk gaat er gemiddeld een keer per maand een viruswaarschuwing de deur uit", verklaart Hengst.
Infecteren
Inmiddels is de site uitgegroeid tot een webstek met 2500 unieke bezoekers per dag en hebben achttienduizend mensen zich geabonneerd op de nieuwsbrief.
Op de site staat dagelijks iets nieuws te lezen over virussen en sinds kort ook hoaxen, omdat velen door dergelijke ‘waarschuwingen’ in verwarring blijken te raken.
In Nederland zijn Hengst en Oostendorp de enigen die virusinformatie verzamelen en verspreiden. In België is Frederique Dutoit in 1996 begonnen met de Nederlandstalige site Antivirus Powercontrols. De student kon het niet meer aan en heeft de site begin dit jaar overgedaan aan Aladdin, die vooral geïnteresseerd bleek in de adressenlijst van de nieuwsbrief. Daarmee hebben de mensen van Virusalert weer de alleenheerschappij verkregen in Nederland.
"Wij bieden neutrale informatie aan", zegt Hengst, "en wel zo snel mogelijk. Het blijkt dat de leveranciers van antivirussoftware meestal pas een waarschuwing laten uitgaan op het moment dat zij een medicijn hebben ontwikkeld. Daar kan soms twee dagen tussen zitten. Vaak is dat lang genoeg om de halve wereld te infecteren. Wij brengen meteen een waarschuwing uit. Als er later een antistof is aangemaakt, melden we die informatie op onze site."
Virusalert werkt samen met Symantec, Message Labs, Norman, Network Associates, Obit, Backstage Comco, Hubris Nederland en Aladdin. De site bedruipt zichzelf middels online advertenties en kan daardoor zijn diensten gratis blijven leveren. Sinds kort is wel een betaalde dienst ontwikkeld voor met name netwerkbeheerders. Zij kunnen per sms het bericht ontvangen dat een bepaald virus van zich doet spreken. "Veel netwerkbeheerders hadden daar om gevraagd." Van de abonnees op virusalert is de ongeveer de helft een professionele automatiseerder, terwijl de anderen Jan-de-internetter zijn, zoals Hengst hen betitelt. Van de nieuwe bezoekers op de site meldt 10 procent zich aan voor de nieuwsbrief.
Relativeren
Kortelings hebben Hengst en Oostendorp, die zich gesteund wetend door een groepje technisch onderlegde vrijwilligers, een systeem ontwikkeld om de gevaargraad van een bepaald virus aan te geven – de ‘schaal van Virusalert’ zogezegd.
Voor de classificatie kijken zij naar vier eigenschappen: innovatie, distributie, platform en soort schade. Het gevaarlijkste virus kan daarbij honderd punten scoren. Het gaat dan om een programmaatje dat volgens een niet eerder vertoonde manier is gebouwd, zich razendsnel verspreidt, op het meest voorkomende platform (Windows) actief is en bijvoorbeeld de harde schijf wist (schade).
Zo’n anderhalf jaar nu staat Hengst met beide benen tussen het digitale geboefte. "Natuurlijk zijn er veel virussen en komen er steeds meer bij, maar je moet niet overdrijven. Het gevaar is er, maar je moet wel relativeren", meent hij. "Niet elk virus is meteen een bedreiging voor de hele computerwereld."
Sinds kort is hij lid van de Stichting Internet Foundation (http://www.sif.nl), die zich inzet voor veilig internetgebruik.