Nederland kennisland vraagt mensen die kennis kunnen genereren en met kennis om kunnen gaan. Er bestaat een ernstig tekort aan ingenieurs. Cees van Heijkoop stelt voor om bij de basis te beginnen: interesseer de jeugd voor techniek.
Er is een tekort aan ingenieurs; bovendien zijn ze vaak onvoldoende toegerust om met moderne technologie om te gaan. Het probleem is niet van vandaag of gisteren. Hoe komt het dan toch dat de oorzaak van het tekort nooit afdoende is onderzocht en opgelost. Is de vereiste bèta-opleiding te zwaar? Stelt de ontwikkeling en beheersing van het industriële proces te hoge eisen aan de mens? Wordt de technicus te slecht betaald voor zijn in doorsnee toch forse inspanning, is het werk te onzeker, of spelen andere factoren een rol?
De oorzaak ligt ver weg, daar waar de basis voor beroepen wordt gelegd. En dat is thuis en op straat. De oudere technici onder ons zijn voor een belangrijk deel in industriewijken gevormd, waar vader in de fabriek werkte of iets met techniek te doen had. En, heel belangrijk: de techniek was zichtbaar. De tijd is lang voorbij dat de jeugd door openstaande fabrieksdeuren kon zien wat zich in de machinefabriek afspeelde, dat zij in de bakkerij hielp of onder de motorkap van een vrachtwagen meekeek naar een reparatie. Welke jongeling weet tegenwoordig hoe een computer wordt geassembleerd, melk wordt bewerkt tot zuivelproducten of een kunststofproduct wordt gespoten of geblazen. Het gevolg is dat de liefde voor techniek niet wordt gestimuleerd.
Terug naar het verleden? Natuurlijk niet. Er zijn nieuwe mogelijkheden, en wel op het beeldscherm. Wat we vroeger op straat zagen en nabouwden met een meccanodoos, kan nu veel beter en effectiever met behulp van ict. We zijn volop bezig met het simuleren en visualiseren van een virtuele wereld. Schep die wereld dan ook voor onze jeugd; niet met oorlogsspelletjes, maar met spelmateriaal uit de dagelijkse technische (en andere) omgeving. Waarom zijn er geen programma’s voor scholieren uit groep 7 en 8 en van de middelbare school, waarmee een verkeersrotonde is te bouwen en verkeer te simuleren. Waarom zijn er voor de wat meer gevorderden geen simulatieprogramma’s om een fabriek of expeditie in te richten met doorstroming en vastlopende goederenstromen, of programma’s voor het ontwerpen en simuleren van een eenvoudige chip of van een kraanwagen die op het beeldscherm wordt opgebouwd, echt hijst en zo nu en dan ook crasht. Zulke programma’s wakkeren belangstelling voor techniek aan.
Leren van simuleren
Het vervaardigen van die programma’s is voor de systeemtechnicus die simulatie- en visualisatiesystemen bouwt een creatieve uitdaging. Baan of Navision kunnen voor weinig geld best een eenvoudig logistiek leerprogramma in elkaar draaien, IBM of UGS Solutions een gestripte cad/cam-applicatie met bouwstenen om constructies te ontwikkelen, en Unilever kan, in overleg met een software-leverancier laten zien hoe je ijs moet maken. Uitgevers kunnen er de didactische kwaliteit aan toevoegen. Natuurlijk kost de ontwikkeling van dat ‘speelgoed’ geld. Maar het is ook business. De eerste tienduizend van die programma’s moeten weggeven worden. Daarna krijgen de schijfjes geleidelijk waarde.
‘Je creëert zo een sociaal gestoorde jeugd’, werd mij hierop als commentaar toegevoegd. Natuurlijk niet, want je moet ervoor zorgen dat die jeugd in een netwerk kan werken. En wel met een goede schootcomputer, omdat computeren met de laptop in een comfortabele stoel minder rsi-gevoelig is. Er komt dus meer bij kijken dan een reeks simulatie- en visualisatieprogramma’s; betaalbare adsl of gsm-laptop-communicatie en iedere drie jaar een nieuwe laptop.
Het kan ook in een internetcafé of op school. Het is onmogelijk om dit alles volgend jaar voor elkaar te hebben. Maar dit jaar nog de eerste simulatie- en visualisatieprogramma’s, als vingeroefening gemaakt door een paar enthousiaste systeemontwerpers, dat moet kunnen. Het bedrijfsleven moet druk uitoefenen. De tijd dringt. Jeugd vormen kost veel tijd, en bakens verzetten duurt schrikbarend lang.
Cees van Heijkoop, freelance medewerker