Google en de Amerikaanse telco Verizon willen een deal sluiten die het principe van de netneutraliteit onderuit kan halen. De internetreus zou willen betalen om het dataverkeer afkomstig van breedbandslurpende diensten zoals YouTube met voorrang te laten behandelen.
Volgens The New York Times zouden Google en Verizon dicht bij een overeenkomst zijn. Het persbureau Bloomberg gaat nog een stapje verder en oppert dat de overeenkomst al rond is.
Momenteel worden er geen sites bevoordeeld of benadeeld door internetproviders. Als de deal tussen Google en Verizon concreet wordt, evolueert het net echter naar een gelaagd systeem waarbij verschillende snelheden gehanteerd worden afhankelijk van de som die contentleveranciers bereid zijn op tafel te leggen.
De gesprekken tussen Google en Verizon zouden in een stroomversnelling geraakt zijn nadat de FCC (Federal Communications Commission) in april werd teruggefloten door de rechter, en er werd geopperd dat de Amerikaanse telecomwaakhond de internetproviders niet zomaar kan verbieden om een gelaagd systeem in te voeren.
Een eventuele overeenkomst tussen Google en Verizon zou uiteraard alleen maar gevolgen hebben voor Amerikaanse abonnees, maar ook Europese telco’s hebben al laten weten dat ze geld willen van Google voor breedbandslurpende diensten à la YouTube.
Consumentenorganisaties wijzen erop dat de consument uiteindelijk opdraait voor de kosten. Die zou dan meer moeten betalen om bovenop zijn traditioneel internetabonnement ook ‘premium diensten’ als YouTube te kunnen ontvangen.
Do no evil?
Burgerrechtenbeweging Free Press spreekt onomwonden over ‘het einde van het do no evil-tijdperk van Google’. "Als dit klopt, is het een brutale machtsgreep van twee kwaadaardige monopolisten", aldus Josh Silver van Free Press.
In een reactie zegt Google echter dat het gesprekken voert met de FCC én met Verizon, juist om internet ‘open’ te houden. Uit een videogesprek met Google-topman Eric Schmidt blijkt ook dat er wat hem betreft niet gedscrimineerd mag worden naargelang de aanbieder van een dienst (en er dus geen ‘prioritaire behandelingen’ gekocht kunnen worden) maar wel op basis van de dienst zelf.
Schmidt zou het met andere woorden een goede zaak vinden dat een provider videofilmpjes voorrang geeft op gewone webpagina’s, en dat internetbellen voorrang krijgt op het downloaden van een stukje software.
Op mobiele netwerken, waar smartphones en tablets gebruik van maken, is de beschikbare snelheid immers beperkt en kan het ‘slimmer’ omgaan met het netwerk er misschien voor zorgen dat nieuwe diensten een eerlijke kans krijgen. Niet toevallig is Verizon een van de grote mobiele operatoren in de VS.