BLOG – De Europese datacenterbranche, in Nederland vertegenwoordigd door de Dutch Datacenter Association (DDA), waarschuwt al jaren dat Europa dringend meer datacentercapaciteit moet bouwen. Zonder uitbreiding, zo luidt de boodschap, komt de digitale economie in gevaar. Ai, cloud, cybersecurity en industrie 4.0 vereisen steeds meer rekenkracht — en dus meer datacenters. Toch?
Wie de publieke discussie volgt, ziet dat het pleidooi van de DDA nauwelijks nog gehoor vindt. Gemeenten en provincies stellen bouwstops in, burgers verzetten zich tegen ‘energieslurpende dozen’ in het landschap, en zelfs binnen de politiek is het vertrouwen tanende. Het narratief dat datacenters ‘essentieel’ zijn, wordt overschaduwd door de vraag: ten koste van wat?
Die maatschappelijke weerstand is niet uit de lucht komen vallen. Integendeel, ze is grotendeels door de sector zelf gecreëerd.
Muur
Waar andere industrieën – van staal tot voedselverwerking – gedetailleerde cijfers publiceren over energieverbruik, emissies en grondstoffen, heeft de datacentersector zich jarenlang verscholen achter een muur van bedrijfsgevoeligheid. Concrete data over PUE (Power Usage Effectiveness, een standaardmaatstaf om de energie-efficiëntie van datacenters te meten), waterverbruik, restwarmtelevering of het aandeel hernieuwbare energie? Zelden publiek. Zelfs het totale elektriciteitsverbruik van Nederlandse datacenters blijft een schatting: ergens tussen de twee en vier procent van het nationale totaal, afhankelijk van wie je het vraagt.Deze geslotenheid voedt wantrouwen. Wie niets deelt, lijkt iets te verbergen. Terwijl energiebedrijven, netbeheerders en overheden juist behoefte hebben aan inzicht om infrastructuur te plannen en duurzaamheidsdoelen te halen, koos de sector voor een strategie van minimale openheid.
Defensief
Wanneer er wet- en regelgeving in de maak is die meer transparantie of strengere efficiëntie-eisen vraagt, komt de sector zelden met constructieve voorstellen. De reactie is eerder defensief dan coöperatief.
Voorbeelden zijn er te over. De invoering van de Europese Energie-efficiëntierichtlijn (EED) werd jarenlang afgezwakt door lobbydruk. Ook bij de Nederlandse voorstellen om restwarmte aan te bieden aan nabijgelegen warmtenetten, of bij lokale duurzaamheidscriteria voor nieuwe datacentervergunningen, klonk herhaaldelijk het bezwaar dat de regels ‘onevenredig’ of ‘remmend voor innovatie’ zouden zijn. Het resultaat: vertraging, wantrouwen en een groeiend politiek en maatschappelijk verzet.
Wat de sector jarenlang wist te vermijden, wordt nu wet
Daar waar de sector wél communiceert, is dat vaak in de vorm van marketing. ‘100 % groene stroom’, ‘CO₂-neutraal’ en ‘circulair gebouwd’ zijn termen die goed klinken, maar zelden worden onderbouwd met verifieerbare data.
Veel datacenters kopen garanties van oorsprong (GvO’s) uit Scandinavië om hun stroomgebruik ‘groen’ te labelen, terwijl de fysieke elektriciteit in Nederland grotendeels afkomstig is uit gascentrales. Ook wordt vaak gesproken over ‘restwarmtebeschikbaarheid’, terwijl in werkelijkheid nog nauwelijks warmte daadwerkelijk wordt geleverd aan stedelijke warmtenetten.
Speelveld
Met de herziening van de Energie-efficiëntierichtlijn (EED) en de komst van de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) verandert het speelveld ingrijpend. Vanaf 2024 moeten datacenters groter dan 500 kW verplicht rapporteren over hun energieverbruik, koelefficiëntie (PUE), hernieuwbare-energieaandeel, afvalwarmte, watergebruik en benutting van restwarmte. Deze data worden openbaar gedeeld via nationale registers.
Daarnaast verplicht de CSRD duizenden Europese bedrijven – inclusief datacenteroperators – om jaarlijks te rapporteren over hun milieu-impact (Scope 1-2-3-emissies), governance en sociale prestaties. Die rapportages moeten worden gecontroleerd door onafhankelijke auditors. Met andere woorden: wat de sector jarenlang wist te vermijden, wordt nu wet.
Ironisch genoeg had de datacenterbranche deze ontwikkeling zelf kunnen leiden. Stel dat operators tien jaar geleden vrijwillig hun energie- en efficiëntiegegevens hadden gepubliceerd, restwarmteprojecten hadden gestimuleerd en hun prestaties onafhankelijk hadden laten certificeren — dan was de publieke discussie vandaag fundamenteel anders geweest.
Transparantie had het vertrouwen kunnen versterken, nu moet ze het wantrouwen wegnemen.
Kruispunt
De datacentersector bevindt zich op een kruispunt. De komende jaren zal de druk op energie-infrastructuur verder toenemen door ai-toepassingen en gpu-intensieve workloads. Alleen datacenters die hun energie-efficiëntie structureel verbeteren, restwarmte aantoonbaar benutten en hernieuwbare bronnen fysiek integreren, behouden hun maatschappelijke legitimiteit.
Daarvoor is meer nodig dan slogans. Het vraagt om:
- Transparantie: open publicatie van verbruiks- en efficiëntiedata, inclusief onafhankelijke verificatie;
- Samenwerking: actieve betrokkenheid bij regionale energie- en warmtenetplannen;
- Innovatie: integratie van energie-opslag, load-balancing en ai-gestuurde efficiëntie;
- Verantwoording: rapportages conform EED en CSRD, niet als last, maar als kans om leiderschap te tonen.
Aanjagers
De sector heeft de kennis, middelen en technologie om het verschil te maken. Datacenters kunnen juist de aanjagers worden van de energietransitie door hun unieke positie: continu-bedrijf, voorspelbare load en hoge restwarmtepotentie. Maar daarvoor moet eerst een mentale omslag plaatsvinden. Zolang de branche het narratief van de ‘onbegrepen energieslurpende sector’ blijft voeden, blijft ze onderdeel van het probleem in plaats van de oplossing.
De datacenterbranche heeft het sentiment tegen zich, maar kan dat alleen zelf herstellen — door eerlijk te meten, open te communiceren en de data te laten spreken.
Marco Verzijl, medeoprichter Stichting Save Energy Foundation

Bronnen en verwijzingen:
Energie-efficiëntierichtlijn (EED): Richtlijn (EU) 2023/1791, artikelen 12 en 14
Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD): Richtlijn (EU) 2022/2464
International Energy Agency (IEA): ‘Electricity 2024 Report’
Dutch Datacenter Association (DDA): ‘State of the Dutch Data Centers 2024’
Planbureau voor de Leefomgeving (PBL): ‘Monitor Energieverbruik Datacenters 2023’