Drie weken geleden vertrok ik naar India. Met in mijn hoofd een aantal verwachtingen, meningen en vooroordelen. Ik heb zes steden bezocht, drieduizend kilometer gereisd, ruim vijftig Indiërs gesproken en nauwelijks een begin gemaakt met een echte kennismaking met India. Maar ik weet wel heel veel meer dan voor ik vertrok. Over het land, over de mensen, over de it-sector en over mijn vakbroeders: de Indiase it-professionals. In dit artikel evalueer ik de beelden waarmee ik naar India vertrok en probeer vooruit te kijken naar mijn verdere contacten met het land en de inwoners.
‘India is vies, India stinkt, is stikheet, heeft derde wereld-voorzieningen en maakt je ziek’ was kort samengevat de boodschap die ik meekreeg van ervaringsdeskundigen en mensen die verhalen hadden gehoord. Hoewel ik met een open blik op pad probeerde te gaan, hadden deze aankondigingen me wel een beetje beïnvloed. Ik had een flinke reisapotheek bij me en het vaste voornemen me te onthouden van kraanwater, ijsblokjes en ongekookt voedsel. Ik stapte half februari ruim na middernacht met enige huivering het veilige KLM-toestel uit, het vliegveld van New Delhi in, bijna alsof ik een andere planeet betrad.
Dat vliegveld was één van de meest moderne en efficiënte die ik heb meegemaakt. En bepaald niet vies. Ook in de twee weken daarna zijn mijn angstige verwachtingen niet bewaarheid geworden. Wat ik heb gezien in de steden en op reis buiten de steden was niet speciaal vies of stinkend, misschien omdat het ook niet stikheet was. In februari is het beginnend lente in India, dat veel verder boven de evenaar ligt dan ik mij meende te herinneren van de wereldkaart.
Mijn aanname dat alle Indiase it-ers een min of meer homogene groep zouden vormen klopte al helemaal niet. Binnen die groep is nog veel meer variatie dan binnen een groep Nederlandse it-professionals. Ook al komen ze uit India, ze komen feitelijk uit tientallen verschillende landen met eigen talen, tradities en keukens. Ze zijn ook zeker niet allemaal meegaand en het overal mee eens. Het idee dat ze in meerderheid uit een armoedige situatie ontsnapt zijn richting it is volkomen misplaatst. Deze groep heeft een hogere opleiding genoten, is afkomstig uit de middenklassen, was thuis al aan redelijke welstand gewend en had ook bij de overheid of een financiële instelling kunnen werken. Het werkethos en de behoefte aan werk-privé balans is hetzelfde als bij ons. Het grootste verschil met de Nederlandse it-ers bleek tijdens de lunch: de meeste tafelgenoten zijn onbekend of ongemakkelijk met het gebruik van een vork.
Een trainingsfolder van de sponsor van de conferentie waar ik in Delhi spreker was beschreef alle trainingen die zij tot het eind van 2013 aanbieden op het gebied van Oracle Database administratie. Dit aanbod was typerend voor mijn beeld van de kennis van de Indiase it-ers: alle trainingen gingen over de 10g-release van de Oracle Database, een versie uit 2004 waarop de standaard support al bijna drie jaar verlopen is. Dit bevestigde mijn indruk dat veel it-specialisten in India qua technologie niet bepaald vooraan lopen.
Grote verschillen

De verschillen tussen de zes it-centra die ik heb bezocht – New Delhi, Mumbai (Bombay), Pune, Bangalore, Hyderabad en Chennai (Madras) – zijn groot. In Mumbai en Chennai begon de it-opmars in de jaren ’60, gevolgd door Delhi, Hyderabad en uiteindelijk door Bangalore dat nu als de Silicon Valley van India voor ruim 30 procent van de software export inkomsten verantwoordelijk is. Pune is the new kid on the block – snel groeiend dankzij bijvoorbeeld de nog lage prijzen van onroerend goed en salarissen en een aantrekkelijk klimaat. Ook het verkeer in Pune verloopt een stuk plezieriger dan in bijvoorbeeld Mumbai en Bangalore.
Dit soort aspecten is bepalend voor de beslissing van grote ondernemingen over waar zich te vestigen. Daarin spelen beschikbaarheid van it-resources en aanwezigheid van universiteiten, investeringsklimaat en politieke stabiliteit, corruptie onder lokale overheid, leveringszekerheid van elektriciteit en water, de totale ambiance (sfeer, hotels, uitgaansfaciliteiten)en de lokale ‘alignment’ met internationale aanpak, cultuur, Engelse taalbeheersing et cetera ook mee. De prijzen in Bangalore zijn aanzienlijk hoger voor wonen en andere onderdelen van levensonderhoud en dat heeft negatieve invloed op de aantrekkingskracht, net zoals de politieke situatie in Hyderabad. De vliegvelden van Hyderabad en Bangalore zijn zeer modern, efficiënt en hebben diverse rechtstreekse internationale verbindingen.
Elk van de genoemde steden staat in de Indiase top tien qua omvang – elk tussen de drie en dertien miljoen inwoners. Deze steden liggen in verschillende staten, met flinke onderlinge afstanden en reistijden. De afstand van Mumbai naar Chennai is groter dan de afstand van Amsterdam naar Milaan. Vestigingen van it-ondernemingen in verschillende steden – en zelfs vestigingen in verschillende uiteinden van dezelfde stad – lijken veel zelfstandigheid te kennen en betrekkelijk weinig direct samen te werken. Wellicht zelfs is er sprake van onderlinge concurrentie.
De kloof overigens tussen genoemde steden en de omliggende rurale gebieden vanaf pakweg vijftig kilometer van de stad is onnoemelijk veel groter dan de afstand naar het volgende it-centrum. De 660.000 dorpen en stadjes op het Indiase platteland herbergen 70 procent van de bevolking. Minder dan 10 procent van deze plaatsen is aangesloten op het nationale stroomnet en ook in de andere opzichten heeft de tijd tamelijk stilgestaan, bijvoorbeeld op terreinen als familie, godsdienst, kaste-stelsel, landbouw, transport, onderwijs, positie van vrouwen en corruptie van overheidsfunctionarissen. Het verschil met de westerse georiënteerde middenklasse die de it-sector bemenst is enorm.
Toekomst
Op een billboard in Hyderabad zag ik een poster: ‘Create your dream-child’. Het bleek te gaan om een uiting van een prijzig onderwijsinstituut dat zich richtte op vier- en vijf-jarigen. Ouders maken zich misschien druk over de vraag of ze moeten programmeren in Java, PHP, ObjectiveC of .Net – maar de vraag of hun kind onderwijs moet krijgen in Hindi, Sanskriet en Tamil of in Engels, Duits en Spaans is veel urgenter. De druk om voor je kind het allerbeste onderwijs te verzekeren is enorm groot. Het beeld leeft dat anders de kans op succes en geluk voorgoed verkeken is. De onderlinge competitie is hevig en de kosten zijn ten opzichte van de salarissen voor software ontwikkelaars erg hoog.
De Indiase it-sector heeft het lastig. Westerse klanten die meer eisen stellen, meer flexibiliteit (want agile werken), betere culturele aansluiting wensen en meer initiatief verwachten aan de ene kant en Oosterse (Aziatisch en Europees) concurrenten die op prijs wedijveren. De snel-stijgende prijzen India en al helemaal zeker rond de grote it-steden en het gebrek aan ervaren resources. Elementen die de groei bedreigen en herbezinning afdwingen. De volgende fase in de Indiase it-dienstverlening zal meer op kwaliteit en kennis en ook op een on-site aanwezigheid en directe interactie gebaseerd zijn. Straks is prijs niet meer zaligmakend – kwaliteit, flexibiliteit en productiviteit zijn voor de kosten/baten-afweging op langere termijn nog belangrijker.
Ook de interne markt zal een groeiende rol spelen. Een aardig voorbeeld stond twee weken geleden zelfs op alle voorpagina’s toen het budget van de nationale spoorwegen bekend werd gemaakt. Indian Railways is volgens Wikipedia in 2012 de nummer zeven in de lijst van grootste werkgevers ter wereld met een budget met de omvang van de nationale begroting van een klein land en vorig jaar honderdtwintig miljard betalende reizigers. Alle kranten meldden dat ‘de capaciteit van het e-ticketing systeem van vijftienhonderd kaartjes per minuut moet worden vergroot tot boven de zevenduizend’. Een mooie klus voor lokale it-bedrijven, met heldere non-functionele specificaties.
De it-sector is niet meer de (enige) place-to-be. Bio-medisch, pharmaceutisch en financiële dienstverlening zijn grote concurrenten op de arbeidsmarkt en bij het krijgen van politieke gunsten. De grote groei van de jaren negentig en tweeduizend is er uit. Het blijkt niet alleen maar goud wat er blinkt; de startsalarissen zijn laag en andere sectoren trekken hard aan de beste studenten.
Mijn geld in India zou ik zetten op zonne-energie. Het potentieel is enorm – qua zonne-uren, intensiteit en oppervlakte. Op dit moment is de capaciteit om zonne-energie om te zetten in elektriciteit ongeveer 1 GW (Nederland op 0,2 GW, Duitsland op meer dan 30 GW). De rem op de groei in India is onder meer de prijs van de geïmporteerde zonnepanelen. Bij stijgende energieprijzen en snel groeiende behoefte aan elektriciteit lijkt een explosie van de toepassing van zonne-energie een kwestie van een paar jaar tijd. Het overheidsbudget voorziet nu in een nog voorzichtige groei naar 10 GW in 2017. Nieuwe huizen in Pune moeten overigens verplicht zonneboilers voor warm water installeren.
Ik heb India en de Indiërs ervaren als prachtig, hartelijk, kansrijk en minder anders dan ik had verwacht. De contrasten zijn scherp, de regionale diversiteit veel groter dan ik had gedacht, de Engelse taalbeheersing minder goed en de huidige uitdagingen voor de it-sector aanzienlijk. Ik hoop er vaker naar toe te kunnen gaan en meer met partijen in India te gaan samenwerken. Als eerste stap heb ik kort na terugkomst een videopresentatie gegeven voor tachtig officieren in het Indiase leger onder de titel ‘Mobile Databases & SOA’.
Deel 1 tot en met 6
IT-tour door India: 6 steden bezoeken (1)
IT-tour door India:) New Delhi is vlakbij (2)
IT-tour door India: Contrastrijk (3)
IT-tour door India: Verleden, heden en toekomst (4)
IT-tour door India: De IT-sector (5)
IT-tour door India: De Indiase professional (6)
In twee weken door India
Computable-expert Lucas Jellema van Oracle-dienstverlener Amis reisde de afgelopen weken door India om kennis te maken met de laatste stand van de ict-industrie in het land. Hij ging op uitnodiging van de All India Oracle User Group. Als tegenprestatie houdt hij presentaties. Jellema doet hier verslag van zijn belevenissen. Met bovenstaand deel artikel (aflevering 7) komt er een einde aan de serie.
@LucasJellema
Met groot genoegen heb ik je artikelen over het it-bezoek aan India gelezen. Wat ik nog wilde opmerken over het Engels, het Indiaase Engels is ook net even anders had ik het idee. Want veel gaat in het Engels, er zijn tv-zenders in het Engels en er zijn uitstekende Engels kranten. Het is een serieuze taal in India ook al is het niet iedereen gegeven dat te leren. Toch die afkomst. En wat me opviel in Mumbai, zoveel boekenwinkels en stalletjes er waren. Allemaal in het Engels. En is het niet zo dat in Europa heel wat landen zijn waar je amper met Engels terecht kan? Verder deel ik je ervaring over de omgang met Indiers (zowel op vakantie als in het werk in Nederland) en bemerkte ook een goed gevoel voor humor.
Lucas bedankt voor je reisverslag en uitgebreide poging India wat dichter bij te brengen. Zoals ook uit bovenstaande reactie blijkt is India vele malen ingewikkelder dan vooraf gedacht en dat maakt zakendoen met, en in India lastig. Geen land en markt die zoveel gelaagd is. Een voorbeeld (zie boven): Het Engels. Veel Indiërs spreken weliswaar een bepaalde vorm van Engels (zoals Nederlanders) maar wat de communicatie ingewikkeld maakt is hun indirecte vorm van communiceren i.t.t. de veel directere vorm van communiceren van Nederlanders. Kortweg zij zeggen wat jij wil horen of meent te horen/begrijpen en wij zeggen veel meer wat we denken. Waardoor dit essentiële verschil dat samenwerken knap ingewikkeld maakt? Dat vereist nou kennis van een 3000 oude religie en de maatschappijvorm die daaruit ontstaan is met zijn kastenstelsel, zijn hiërarchie, primaat van de familie, zijn gezichtsverlies, schaamte etc, etc. Zonder een grotere kennis van de cultuur en wijze van communiceren zal alles veel langer duren en de kans op falen aanzienlijk groter.