“We moeten uitbesteding als een feit accepteren en manieren vinden om hoger te klimmen in de waardeketen”, stelt een tot Nederlander genaturaliseerde Indiase it’er. Immers, “concurrentie is moeilijk tegen te houden met zinloze argumenten over terrorisme, werk, cultuur en kwaliteit”.
Ik wil graag reageren op diverse reacties op ‘Arbeidsmoraal Nederlandse it’er te laag’ (Computable, 11 mei 2004). Als hardwerkende Indiase it’er in de Nederlandse it-industrie moest ik eerst de tijd vinden om uitgebreid te reageren. Ik vind dat het debat behoorlijk eenzijdig wordt doordat maar weinig Indiase it’ers Nederland, Nederlands en Computable kennen. Ik ben zelf lezer sinds 1998.
Ik ben werkzaam in de Nederlandse it-industrie sinds 1996. Ik heb een masters-opleiding in elektronica gehad in India. Daarna heb ik vijf jaar bij TCS gewerkt – drie jaar in India en twee jaar in Nederland. Ik heb mijn Indiase nationaliteit gewisseld voor de Nederlandse. Omdat ik veel ervaring heb met de it-culturen van zowel India als Nederland, en ik inmiddels ook Nederlands geleerd heb, wil ik mij mening geven over diverse reacties (vaak emotioneel) van Computable-lezers.
Blijven leren
Er zijn enkele concrete redenen waarom het zo goed gaat met de it-industrie in India. India biedt een optimale combinatie van kosten en kwaliteit. Indiase grote it-bedrijven hebben enorm geïnvesteerd in het ontwikkelen van hun ‘human resources’. Dit is echt een voorwaarde voor een succesvolle kennisindustrie. Toen ik in 1993 bij TCS begon, had dat bedrijf een vier maanden durend intensief trainingsprogramma voor nieuwe medewerkers. Iedereen die via ‘campus’- of ‘walk-in’ interviews geworven was, volgde dit programma.
Ik heb zelf een opleiding in elektronica gehad, dus die vier maanden legden voor mij een fundament in de computerwetenschap. Mijn Nederlandse collega’s hebben soms nog geen vier maanden training gehad gedurende hun tien jaar carrière in de it. Dit komt doordat hun werkgever geen geld wilde uitgeven aan training, tenzij dat direct een betaalde opdracht zou opleveren; een lease-auto leverde minder problemen op.
Voor succesvol zijn in de it-industrie maakt het niet zoveel uit hoeveel huizen in Nederland een breedbandverbinding hebben of hoe goed kinderen kunnen spelen op hun Playstation. In India hebben mensen dat allemaal niet. Toch groeit de it-industrie daar enorm. Als iedereen in Nederland een dvd-speler heeft waarop hij de laatste Hollywood-speelfilms kan kijken, maakt dat van Nederland nog geen concurrent van de Amerikaanse speelfilmindustrie. De medewerkers van de kenniseconomie moeten leren (het boek Unix Netwerk Programming van Stevens is saaier dan gratis speelfilms downloaden) en blijven leren.
Rolmodellen
Alle jonge medewerkers van TCS wilden het liefst coderen in C of C++ (in 1993 een ultramoderne taal); niemand wilde Cobol of Fortran programmeren. Nog steeds werken de Indiase it’ers met het nieuwste van het nieuwste op technologiegebied. Inmiddels is de Indiase it-industrie flink gegroeid. Daardoor stromen er ook mensen binnen met lagere diploma’s. Zij vinden Cobol of saai onderhoudswerk prima. Het is echter niet waar dat alle Indiase it’ers saai werk prima vinden. Integendeel, in Nederland maakt het voor mensen niet veel uit als ze een saaie klus hebben, zolang de uren maar te factureren zijn. Bij TCS deden we projecten waarvan vaak tot op projectmanagerniveau niemand wist of ze factureerbaar waren. Wij deden alleen interessant werk.
In Nederland daalt het moreel van de it’er als hij werk doet dat niet te factureren is, ook al betreft het een interessante en geavanceerde klus. Dit is niet alleen de schuld van de medewerker, maar ook van het management, dat altijd het belang van de factureerbare klussen benadrukt. Een factureerbare klus gaat altijd voor, en niet de opleiding. Als de lezers denken dat dit niet waar is, moeten ze hun baas vragen wat hij interessant vindt: een week besteden aan vergelijking van alle middleware-producten – niet vandaag factureerbaar, wel interessant voor de toekomst – of een week lang wel factureerbare antivirus-opwaardering bij een grote bank.
De it-industrie is India’s nationale trots. Er zijn ook goede rolmodellen voor de jonge Indiërs op alle niveaus. Ajim Premji, ceo van Wipro Technologies, rijdt nog steeds in een eenvoudige Ford Escort. Ceo K. Narayan Murthi woont nog steeds in een middenklasse wijk. In Nederland rijdt de eigenaar van een bedrijf met de omvang van Wipro in een Porsche of Jaguar. De recente schandalen bij World Online, Ahold en Baan hebben het respect voor topmanagers in Nederland enorm beschadigd. De Indiase cultuur geeft veel respect aan senioren en docenten (goeroes). Dat is iets heel anders dan een cultuur van ‘schoenen kussen’.
Irrelevant
Waarom maken jonge medewerkers zulke lange dagen in India? Het antwoord is eenvoudig. Ze hebben beter voorzieningen op kantoor dan thuis; onder andere airco, internettoegang, bibliotheek, en drie gesubsidieerde maaltijden per dag. Sommige grote it-bedrijven hebben extra voorzieningen, zoals een crèche, wasserette, zwembad en fitnessruimte. Sommige bedrijven hebben hun trainingsacademie op een toeristische plek. Bijna iedereen woont binnen een straal van twintig tot veertig kilometer van zijn werk.
Wat betreft de kwaliteit wil ik van Jacob Larson weten waarom hij niet twijfelt aan de kwaliteit van Microsoft. Zitten daar Nederlandse it’ers om de kwaliteit te controleren? Iedereen gebruikt producten van Adobe. Kijk bijvoorbeeld naar Adobe Photoshop Photo Album en klik op About. Je zult zien dat 90 procent van het team bestaat uit Indiërs uit Adobe’s lab in India. Ik vind de kwaliteitskwestie irrelevant omdat de ‘made in India’ softwareproducten al in gebruik en geaccepteerd zijn in Nederland, en in heel Europa. Soms dragen ze het stempel van HP of Adobe, soms van TCS of Wipro. Ik wil van Larsen weten of hij nog steeds Tulip Computers gebruikt, of hij alleen elektronica van Philips koopt met een ‘made in Holland’-stempel. Philips maakt lampen in Polen en dit heeft geleid tot arbeidsplaatsenverlies in Nederland.
Verder heeft uitbesteding positieve neveneffecten voor Nederland. Als de economie in India groeit, krijgen Nederlandse bedrijven betere kansen in India. Elk jaar zie ik meer geldautomaten en kantoren van ABN Amro in de Indiase steden. In India hebben Nederlandse banken vaak een betere dienstverlening dan in Nederland zelf door de enorme concurrentie met andere binnenlandse en buitenlandse banken. Philips bestaat in India zo’n honderd jaar. Mensen zien Philips als een Indiaas bedrijf wegens de associatie van Philips met vorige generaties. IBM verliest een uitbestedingcontract bij Telstra in Australië tegen Infosys, maar wint een groot uitbestedingscontract bij Bharti Telecom. Dit is het globaliseringfenomeen dat Indiërs geleerd hebben van het westen, onder andere de VS.
Accepteren
80 procent van de omzet van de it-industrie komt uit het buitenland. Als wat Indiase gastvrijheid wordt gebruikt om meer werk te krijgen uit landen die bijna geen gastvrijheid kennen, is er daar niks mis mee. Nederlanders kunnen dat ook leren. Er zijn honderden Indiase it’ers werkzaam in Nederland voor eventuele hulp.
Er liggen grote kansen voor Nederlandse it-bedrijven in de binnenlandse it-markt in India. Het land heeft weinig automatisering en Indiase it-bedrijven richten zich op het buitenland. Daarnaast openen Indiase it-bedrijven steeds meer vestigingen in Europa waarvoor lokale medewerkers nodig zullen zijn. Ik weet niet of dit echt goed is voor de concurrentie, maar de Nederlandse it-industrie is in ieder geval ook beschermd tegen ‘offshore uitbesteding aanvallen’ door het intensieve gebruik van de Nederlandse taal.
Concurrentie is moeilijk tegen te houden met zinloze argumenten over terrorisme, werk, cultuur en kwaliteit. De concurrentiepositie van een land op het gebied van it-uitbesteding wordt gemeten door gespecialiseerde onderzoeksbureaus. It-verkopers vormen hun opinie op basis van de informatie van die bureaus. Een paar emotionele brieven in Computable kunnen dat niet tegenhouden.
Ik denk dat de Nederlandse it-industrie meer moet investeren in de kennis van medewerkers en beter moet kijken naar kansen in Europa en wereldwijd. We moeten uitbesteding als een feit accepteren en manieren vinden om hoger te klimmen in de waardeketen – hetzelfde als Indiase it-bedrijven doen in de concurrentiestrijd met Vietnam en de Filippijnen.< BR>
A.S.
(volledige naam en adres bij redactie bekend)