Genoeg is genoeg. Eén ding is duidelijk tijdens het interview in haar werkkamer op Economische Zaken: minister Annemarie Jorritsma is niet van plan nog meer geld uit te trekken voor ICT-beleid. Hiermee pareert ze de kritiek dat het kabinet te weinig investeert in ICT. "De roep om geld vind ik vrij makkelijk. Bovendien hoor ik nooit wat de branche precies wil. Ik zou het bizar vinden als wij meer overheidsgeld moeten steken in een sector die zo rijk is."
Digitale Delta In een serie interviews met kopstukken die een rol spelen in de ICT-wereld besteedt Computable aandacht aan diverse aspecten van het overheidsbeleid. De kabinetsnota De Digitale Delta moet Nederland een vooraanstaande positie bezorgen in de elektronische samenleving. |
Haar commentaar op de opmerking van Roel Pieper om 25 procent van de rijksbegroting aan ICT-beleid te besteden, is kort en krachtig: "Een vaste norm vind ik echt flauwekul. Dat zou betekenen dat we geen geld meer mogen besteden aan bijvoorbeeld de zorg. Ik vind die roep om extra geld buitengewoon interessant, maar ik zou niet weten waaraan ik nog heel veel geld zou moeten uitgeven – tenminste, zodat het ook nog enig effect op de markt heeft. De infrastructuur hoeft de overheid natuurlijk niet aan te leggen. Vroeger dachten wij ooit dat er geen kwalitatief goede infrastructuur zou komen, als de overheid die niet tot stand zou brengen. Maar dat is onzin. Zolang een bedrijf als Versatel honderden miljoenen hierin investeert, zonder direct een cent te verdienen, ligt er blijkbaar een kans. Wij hoeven ook geen geld te steken in snelgroeiende bedrijven. Dat laten we aan de markt over."
Algemene abstracties
Hoewel de markt zelf al het een en ander doet, ziet Jorritsma op specifieke terreinen wel degelijk een belangrijke taak voor de overheid. "Het is belangrijk dat wij de markt stimuleren. Als wij elektronisch gaan aanbesteden, dan zullen ook de deelnemers over dezelfde technologieën moeten beschikken. Verder starten wij proeven met chipcards; rekeningrijden is ook een gigantisch ICT-project. Het probleem met de rol van de overheid als innovatief gebruiker (launching customer, red.) is dat wij met IT-producten niet al te veel risico mogen lopen. De mensen verwachten namelijk dat wij betrouwbare producten leveren. Hierop zijn in het verleden al bewindslieden gevallen."
De minister herhaalt diverse malen dat ze vindt dat de branche duidelijk moet aangeven wat er aan de initiatieven van de overheid mankeert. "Er komt weinig concreets uit de sector zelf. Alleen algemene noties. De branche zal toch moeten nadenken hoe ze gaan formuleren wat ze precies willen. Kritiek is prima, maar aan algemene abstracties hebben wij niets. Natuurlijk vinden ze de belastingen te hoog, maar dat vindt iedereen. We moeten constateren dat de ICT-branche vrij slecht is georganiseerd. Fenit doet zijn uiterste best, maar erg veel bedrijven opereren buiten deze organisatie. Ik hoop dat ondernemingen zien dat ze een aantal zaken samen moeten aanpakken."
Rol als aanjager
De voornaamste doelstelling van De Digitale Delta is de dreigende versnippering van overheidsinitiatieven in de ICT-sector tegen te gaan. "Er was een vraag van de Tweede Kamer of we een keer alle activiteiten van de overheid op een rij wilden zetten. Met alle betrokken ministers – en dat is heel breed want op allerlei ministeries spelen zich onderdelen van ICT-beleid af – geven we aan dat het absoluut geen los zand is. Er gebeurt veel meer gezamenlijk dan gedacht wordt. We zijn duidelijk minder verkokerd dan de Tweede Kamer."
De minister, die naar eigen zeggen ongeveer 10 tot 15 procent van haar tijd aan ICT-zaken besteedt – "er is elke week wel wat" – coördineert het beleid op dit terrein. Volgens Kamerleden Marjet van Zuijlen (PvdA) en Joop Wijn (CDA) zou EZ een sterkere rol moeten spelen. "Ik vind dat wij dit al doen", reageert Jorritsma. "Het zou erg slecht zijn als de verantwoordelijkheid die bij anderen rust, ineens bij mij komt te liggen. Ik moet er niet aan denken dat ik tegen minister Borst zou zeggen, ‘laat de ICT in de gezondheidszorg maar aan mij over’. Ik heb een rol van aanjager."
Een aparte minister voor ICT-zaken vindt de bewindsvrouw geen goed idee. "Dat zou zielig zijn. Van een minister van Landbouw kan je nog zeggen dat hij veel in Brussel moet zijn en dat er op dat gebied veel regelgeving bestaat. Maar het succes van ICT hangt juist af van zo weinig mogelijk regelgeving.
Ik zou het heel slecht vinden om een apart bewindspersoon aan te stellen. Dit wordt dan een ‘Excuus-Truus’; andere ministeries denken dan dat zij niets meer aan ICT hoeven te doen."
Prioriteiten
Op dit moment neemt Nederland de zevende plaats in op de ICT-wereldranglijst. Jorritsma streeft naar een positie bij de top-5, zonder hierop afgerekend te willen worden. "Het hangt er natuurlijk van af hoe de andere landen het doen. Het is bepaald geen gelopen race. Als wij het niet halen, kijken wij naar onze feitelijke situatie."
Om deze toppositie te bereiken, stelt Jorritsma in het ICT-beleid van Paars-II een aantal prioriteiten. "Allereerst moet het vestigingsklimaat optimaal zijn. Hierover ben ik best tevreden. Het belastingklimaat is gunstig en Nederland is bovendien het dichtst ‘becomputeriseerde’ land ter wereld. Ik ben er van overtuigd dat dit gegeven voor veel ICT-bedrijven zeer interessant is. Wij investeren niet voor niets veel om het onderwijs aan de computer te krijgen.
Daarnaast wil ik dat Gigaport gaat draaien, zodat Internet 2 een feit is. Dan kunnen wij gigantische snelheden leveren. Ik ga ervan uit dat een aantal bedrijven hun activiteiten in Nederland dan uitbreidt. Verder wil ik het aantal starters uitbreiden. Want op dit terrein lopen wij achter op de rest van Europa. Ik heb hierover veel geleerd tijdens mijn bezoek in Silicon Valley. Wij kunnen veel leren van de relaties tussen universiteiten en bedrijfsleven. Het gaat erom of universiteiten hun studenten ondernemersvaardigheden bijbrengen. Wij dateren nog uit de tijd dat een baan bij de overheid het mooiste was. Het idee om eigen werkgever te worden, staat nog niet bij heel veel universiteiten op de agenda en daaraan moeten wij werken."
Imago van de branche
De digitale plannen en bijbehorende ambities zijn leuk en aardig, de krapte op de arbeidsmarkt kan roet in het eten gooien. Het kabinet heeft dan ook de taakgroep ‘Werken aan ICT’ ingesteld. Dit platform, onder leiding van voormalig topman van Getronics Ton Risseeuw, komt hierover in oktober met aanbevelingen. "Ik troost mij met de gedachte dat de krapte op de arbeidsmarkt geen uniek probleem is voor Nederland. Wij slagen er niet goed in om genoeg mensen de technologische kant op te krijgen. Technologie is in dit land nog niet populair. Raar!"
De IT-bedrijven moeten in de ogen van de minister zelf veel meer doen om de tekorten aan automatiseerders weg te werken. "En dan wil ik er best met een hamer in de hand achteraan gaan." Ook het imago van de branche is volgens haar duidelijk aan verbetering toe. "Ik vind het jammer dat nog steeds veel mensen denken dat ze in de ICT zeventig uur per week moeten werken. Hierdoor is het nog steeds een young white male business. De bedrijven moeten echt aan de secundaire arbeidsvoorwaarden gaan denken. ICT-bedrijven vinden zich volgens mij heel aantrekkelijk met hun lease-auto’s en weet ik veel wat voor een onzin ze nog meer geven. Maar, eigenlijk is dit niet meer van deze tijd."
"En zegt een groot bedrijf als CMG dat deeltijdwerk binnen de organisatie uitgesloten is? Dan hoeven ze bij mij nooit meer te mopperen over het tekort aan mensen."
De aanloop, drie politici over de nota:
- Digitale Delta: Waar ligt prioriteit? (Wim van Velzen)
- Digitale Delta: Overheid moet meer doen (Marja Wagenaar)
- Digitale Delta: Tussensprint noodzakelijk (Hella Voûte-Droste)
- Minister Jorritsma ziet zichzelf als aanjager
- Roel Pieper waarschuwt voor afwachtende houding
- Professor Van Vught: ‘Nota Digitale Delta ondermaats’
- VNO-NCW wil de ‘herendiscussie’ in het kader van ICT plaatsen
- Bodo Douqué: Investeer in IT-gerelateerde infrastructuur
- IBM-directeur Lundqvist noemt organisatiegraad branche slecht
- Fenit en Vereniging ICT Nederland kondigen krachtige lobby in Den Haag aan
- Hans Wijers: Overheid moet een stimulerende en faciliterende rol spelen