De gebrekkige verkrijgbaarheid van Intels Pentium III-processoren neemt in Taiwan zorgwekkende vormen aan. Kleinere PC-fabrikanten in dat land zeggen gedwongen te zijn processoren op de zwarte markt te kopen, wat de prijs 10 tot 20 procent opdrijft.
De problemen spelen al sinds november vorig jaar en betreffen vooral de Pentium III met kloksnelheden van 500 en 550 MHz, en de mobiele Celeron op 400 en 433 MHz. Intel-woordvoerders in de Aziatisch-Pacifische regio zeggen dat er kleine verstoringen zijn in de leveringen.
De processorproducent zegt dat de wereldwijde vraag naar zijn chips nog groter was dan hij zelf had verwacht. Analisten waarschuwen echter dat de tekorten een lange-termijn gevolg kunnen zijn van de recente aardbeving in Taiwan.
De tegenvallende financiële resultaten van Gateway en nu ook Dell zijn nagenoeg rechtstreeks terug te voeren op een gebrek aan Intel-processoren. De Aziatische woordvoerders van de chipfabrikant zeggen toe dat de leveringen in het tweede kwartaal van dit jaar weer op orde zullen zijn.
De aldaar gevestigde computerproducenten nemen met die belofte geen genoegen. Zeker niet omdat Intel eind vorig jaar eenzelfde toezegging deed met betrekking tot het eerste kwartaal van dit jaar. Het aantal nog te vervullen bestellingen stijgt dus de pan uit. Analisten waarschuwen dat het probleem zich zeker kan uitbreiden naar grotere PC-fabrikanten, zoals de Taiwanese Acer Group.