ICT’ers legden vorige week de laatste hand aan de inrichting van het ict-proeflokaal in een rechtszaal in Zutphen.
Ruim een jaar lang worden in de rechtszaal ICT-toepassingen ontworpen en getest. Toepassing van ICT moet een belangrijk instrument worden van de rechterlijke organisatie en het werk vereenvoudigen. De vraag is nu aan welke vindingen de rechter het meest heeft en aan welke voorwaarden de techniek moet voldoen.
De rechtbank in Zutphen heeft voorlopig twee rechtszalen minder; Zaal G en Kamer 3 zijn in beslag genomen door ICT’ers. In een zijkamertje van Zaal G staan gekoelde NT-servers te zoemen. De vloeren van beide rechtszalen zijn opgehoogd om de drie kilometer kabel te kunnen herbergen. De systeemvloer is bijzonder handig; even de tapijttegels wegtrekken en in een handomdraai is met een ethernetkabel een nieuwe terminal of een extra video aangesloten.
Er is veel moeite gestoken in het snel kunnen aansluiten en weghalen van de ICT-apparaten. "Als de rechtbank de ruimte nodig heeft, moet er meteen weer een echte rechtbank van te maken zijn", zegt Ton Mullink, die verantwoordelijk is voor het ICT-proeflokaal. "Een nieuwe uitdaging is dan ook te zien of alle toepassingen op een draadloos netwerk passen."
De ICT-rechtbank wordt op 4 april officieel in gebruik genomen. De eerste proef heeft de rechtbank overleefd. Een eerste afvaardiging van rechters, juristen, griffiers en hun ondersteunende ambtenaren uit het arrondissement Den Haag reageerde vorige week enthousiast op de mogelijkheden die de zaal hen bood.
Rechters kunnen onder meer verdachten horen op afstand. Een verdachte in voorarrest in het Huis van Bewaring in Groningen hoeft niet naar Zutphen te komen. Verhoor via een live-videoverbinding scheelt volgens Mullink flink wat geld en tijd: "Reken maar uit. Twee uur heen, twee uur terug, twee bewakers, een busje – en dat voor een verhoor dat vijf minuten duurt."
Of de apparatuur voor videovergaderen binnenkort tot de standaarduitrusting van een rechtszaal behoort, is volgens Mullink nog lang niet bepaald. Proeven in Zutphen bewezen dat het technisch werkt. Het is nu aan de rechtbankgebruikers om vast te stellen of het op afstand verhoren van een verdachte dezelfde informatie oplevert als een verhoor in de rechtbank. "Een rechter moet de verdachte kunnen ruiken. Ik denk dat de videoapparatuur dat mogelijk maakt, maar de beslissing is niet aan mij."