Een felle brand legt in de zomer van 2003 het gebouw van de GGD in Tiel in de as. Het kost netwerkbeheerder Erik van Verseveld en vier van zijn collega’s 69 uur om een volledig vervangend netwerk in de lucht te krijgen. Alle bedrijfskritische applicaties zijn binnen 48 uur weer in de lucht.
Netwerkbeheerder Erik van Verseveld is op weg naar een weekendje weg als hij op zaterdagochtend 12 juli 2003 gebeld wordt met de mededeling dat het gebouw van de GGD in Tiel in brand staat. Van Verseveld keert meteen om, zet zijn vrouw achter het stuur en keert al telefonerend met collega’s terug naar Tiel, waar tijdelijk onderdak wordt gevonden in een ander pand van de Regio Rivierenland, de organisatie waaronder de GGD valt. “Het slimste wat ik gedaan heb na de brand, is mijn vrouw alsnog dat weekendje weg laten gaan. Van de 69 uur die volgden heb ik er drie geslapen. Het is heel gek, maar in zo’n situatie lukt dat je gewoon. Als mijn vrouw thuis was geweest had ze me nooit zo lang door laten werken.”
Niet één keer nee
Nog tijdens de autorit terug naar Tiel heeft Van Verseveld contact met zijn huisleveranciers DHS en CSS. “De bereidwilligheid om mee te werken na zo’n brand is giga-groot, heb ik gemerkt. Ik heb niet één keer ‘nee’ gehoord. Niet bij mijn vaste leveranciers, maar bijvoorbeeld ook niet bij Livingston, waar ik hardware gehuurd heb. Ik had nog nooit zaken met ze gedaan, heb ze gewoon in de Gouden Gids gevonden. Misschien is het een voordeel dat ik voor een overheidsdienst werk; bedrijven weten dat ze hun geld toch wel krijgen. Maar het is voor hen natuurlijk gewoon zakendoen. Ik heb nergens ook maar een cent korting gekregen en ze weten dat ze heel veel goodwill kweken door snel te leveren na een calamiteit. Als nu iemand aan mij vraagt waar hij hardware kan huren dan roep ik meteen de naam Livingston. Zo werkt het.”
De back-uptapes in het GGD-gebouw worden tot het moment van de brand keurig iedere werkdag gewisseld. Maar een brandwerende kluis om de meest recente tape op te slaan is er niet. De tape die op vrijdag uit de drive wordt gehaald, gaat weliswaar het pand uit om extern bewaard te worden, maar de ironie wil dat dit pas op maandag gebeurt. Van Verseveld weet dus al snel dat hij minstens een week werk kwijt is door de brand. Als het in eerste instantie niet lukt om de externe tape uit te lezen vreest hij even dat er veel meer informatie verloren is gegaan en dat een gespecialiseerd bedrijf moet worden ingeschakeld om de data op harde-schijfniveau terug te vinden. Dat blijkt in dit geval niet nodig: de derde tapedrive die gebruikt wordt, afkomstig uit dezelfde serie als het verwoeste exemplaar, kan de tape wel lezen. Van Verseveld weigert lang stil te staan bij de mogelijkheid dat de tape niet uitgelezen had kunnen worden. “Het was een kostbare en tijdrovende zaak geweest als de data bit voor bit teruggehaald had moeten worden. Wat echter nog veel erger is, is dat er patiëntendossiers verloren zouden zijn gegaan. Daar wil ik gewoon echt niet aan denken.”
Nabouwen
Met de data op de back-uptape en aan de hand van een plattegrond van het netwerk kan Van Verseveld met zijn team het netwerk in relatief korte tijd nabouwen. Een plan van aanpak is er niet. “De dienst was goed voorbereid op allerlei soorten epidemieën, maar niet op een brand in het eigen gebouw. Ik weet ook niet of je alles kunt oplossen door het maken van plannen. De dingen die fout gegaan zijn hadden te maken met menselijk handelen. Iemand zet door vermoeidheid een server te snel uit. Al zet je dat soort dingen honderd keer op papier, dat soort fouten voorkom je niet.”
Met een goede back-up, een duidelijke plattegrond (tot op de serienummers aan toe was bekend wat voor hardware in het GGD-gebouw had gestaan), een grote zak geld en wat gezond verstand kom je volgens Van Verseveld het verst. “Toen ik de dag na de brand op een andere locatie zat en daar het brandalarm ging ben ik meteen gaan rennen naar de tapes. “Het gebeurt me geen twee keer in een weekend dat ik een week werk kwijtraak”, dacht ik. “Gelukkig was het daar vals alarm.”
Crisisteam
In de uren na de brand wordt Van Verseveld opgenomen in het crisisteam dat inmiddels geformeerd is. Daar stelt hij voor om de werknemers in te delen in verschillende ringen en de aandacht die ze krijgen daarop te baseren. Tot de ‘inner circle’ horen de mensen die zich bezighouden met de zorg voor de patiëntendossiers. “De primaire bedrijfsprocessen zoals de indicatie van patiënten die zorg aanvragen, de tuberculosebestrijding en de reizigersvaccinaties kregen de hoogste prioriteit. Een beleidsstuk dat naar een gemeente gestuurd moet worden kan best twee dagen wachten, maar de patiëntendossiers, daar moet je meteen bij kunnen. Als iemand uit ring 2 bij me kwam met een vraag kon ik heel snel zeggen: Jammer, maar je bent nog niet aan de beurt. “Dat communiceerde erg makkelijk moet ik zeggen.”
In het eerste etmaal na de brand wordt onder meer aan service provider XS4all gevraagd binnenkomende mail in een queue te plaatsen, wordt een tijdelijke telefooncentrale met 25 aansluitingen in gebruik genomen en komen de eerste twee nieuwe servers in de lucht. In de loop van de zondag worden in een ander gebouw van de Regio Rivierenland de eerste twintig tijdelijke werkplekken ingericht. “Er zijn verschillende panden bekeken op de mogelijkheid het personeel van de GGD, meer dan zestig mensen, onder te brengen. Bij de bezichtiging van de panden is er steeds iemand van ict meegegaan om te kijken naar de infrastructuur. Als je ergens maanden gaat zitten, moeten er niet allerlei kabels over de vloer liggen.”
Als op de eerste GGD-werknemers maandagmorgen op hun tijdelijke werkplek arriveren zijn alle bedrijfskritische applicaties benaderbaar. “Als het crisisteam het had gewild waren we zondagnacht doorgegaan en had iedereen maandagmorgen weer bij zijn eigen data en applicaties kunnen komen. Maar het management team vond dat niet nodig, omdat het ervan uitging dat de werknemers de eerste dag toch weinig aan werken zouden toekomen. Daarom hebben we besloten om die nacht maar eens een paar uurtjes te gaan slapen. Maandag hebben we de uitwijklocatie verder opgebouwd en op dinsdagmorgen kon iedereen alsnog werken als voorheen.”
Terugkijkend op de periode na de brand kan Van Verseveld maar één ding bedenken dat hij bij een volgende calamiteit anders zou aanpakken. “De druk die op mij en mijn mensen gelegen heeft is enorm hoog geweest. Dan heb ik het niet eens over het eerste weekend na de brand, want dat red je wel. Maar het heeft anderhalf jaar geduurd voordat we weer terug konden naar het oude pand en in die periode bleef de druk op ons ict’ers heel hoog. Achteraf denk ik dat we extra personeel hadden moeten inhuren. Het werken onder hoge druk heeft zijn tol. Een verwaarloosde verkoudheid wordt in zo’n periode al snel een dubbele longontsteking. Dat wens je niemand toe.”
GGD Rivierenland
Regio Rivierenland is een samenwerkingsverband van negen gemeenten in Zuidwest Gelderland en kent drie takken: Afvalverwijdering (AVRI), Bestuursdienst en GGD. Voormalig automonteur Erik van Verseveld werkt op het moment dat het gebouw van de GGD afbrandt acht jaar op de afdeling I&A van het samenwerkingsverband. Verspreid over het werkgebied heeft de Regio Rivierenland ten tijde van de brand veertien servers staan. Het gebouw van de GGD is met zes servers de spreekwoordelijke spin in het web. Het is onder meer de plaats waar het e-mailverkeer naar buiten gaat. Het netwerk draait op Novell, met daaronder een aantal Windows Databases. In het gebouw zijn ruim zestig volledig ingerichte werkplekken en ongeveer vijftien printers te vinden. Tweederde daarvan gaat direct verloren door de brand, de rest lijkt gespaard, maar begeeft het niet veel later alsnog.
Tips
– Branden vinden relatief vaak plaats in het weekend, wanneer veel leveranciers onbereikbaar zijn. Een goed bijgehouden lijst met (mobiele) telefoonnummers van relaties kan dan van groot belang zijn.
– Met een goede plattegrond van het netwerk kan dit na een calamiteit het snelst weer opgebouwd worden.
– Hardware kan vervangen worden en standaardapplicaties ook. Maar de data op uw netwerk en zelf ontwikkelde applicaties zijn onvervangbaar. Zorg voor een goede back-up daarvan en bewaar die in een brandwerende kluis of buiten uw bedrijfspand.
– Het is mogelijk een slapend contract af te sluiten met leveranciers. Wie geen contract wil afsluiten kan ervoor kiezen offertes aan te vragen en aan de hand daarvan een shortlist samen te stellen van leveranciers die na een calamiteit snel kunnen leveren.
– Probeer na een brand alle data die er nog is zo snel mogelijk veilig te stellen. Vertrouw niet op een eventuele externe back-up voordat u zeker weet dat de informatie goed uitgelezen kan worden.