Leverancier van applicatie-ontwikkeltools Vanenburg doopt de bedrijfsnaam om in Rappit. Dat is ook de benaming van de productsuite van het Puttense bedrijf. Onder de nieuwe vlag wil Rappit internationaal groeien met zijn op het Google Cloud-platform gebaseerde ontwikkeltools.
Volgens directeur Ardjan Baan gaat het om ‘een nieuw hoofdstuk’ in de organisatie en ligt de focus op internationale groei en groei van het product. Inmiddels telt Rappit 80.000 gebruikers, vertelt Baan. Hij verwacht dat het aantal de komende jaren flink zal groeien. ‘We behaalden in 2023 vijftig procent omzetgroei ten opzichte van het jaar ervoor en verwachten voor dit jaar boven dat percentage uit te komen’, aldus de ceo.
Rappit bedient klanten in de logistiek en detail- en groothandel. Voorbeelden zijn de modeketens Omoda en Hunkemöller. Ze gebruiken Rappit om hun app-ontwikkeling te versnellen en grotendeels te automatiseren. Ook kan het systeem data uit verouderde erp-systemen halen en inzetten voor ai-analyses en machine learning. Het bedrijf positioneert zich daarmee als alternatief voor de afhankelijkheid ofwel lock-ins die klanten van leveranciers van low-code-platforms ervaren.
Rappit telt in Putten ruim 45 medewerkers en wordt vanuit India ondersteund door ruim tweehonderd medewerkers. Het gaat om r&d en support. Die support-tak bestaat uit afdelingen voor applicatie-ontwikkeling, data en ai, en het beheer en managen van cloudomgevingen.
Jan Baan
Rappit borduurt voort op de erfenis van ict-ondernemer Jan Baan. De ict-coryfee is als adviseur bij het bedrijf betrokken terwijl de dagelijkse leiding in handen is van zijn zonen Ardjan, Paul en Bernhard. Eerder sprak Computable met Ardjan Baan over het bedrijf dat toen nog Vanenburg heette. Daarin noemt hij voorbeelden van onder meer een scenario met werkorders in SAP.