Datacenters en serverrooms kampen al jaren met de spanningen tussen vloeroppervlakte, serverconsolidatie, koeling, voeding en andere factoren van serieuze ict-omgevingen. APC, bekend van noodstroomsystemen, heeft zich gestort op die problematiek.
Koelingsmethodiek Serverfabrikant HP heeft in zijn Labs enkele jaren terug al een methodiek ontwikkeld om de koeling van datacentra te meten en reguleren. Dit omvat paden met afwisselend warme en gekoelde luchtstromen, gecombineerd met dynamische verplaatsing van werklasten naar koelere systemen. De HPLabs te Bristol hebben deze zogeheten smart cooling al toegepast voor hun eigen datacenter, dat ook dienst doet voor HP wereldwijd en voor het grid-initiatief (Utility DataCenter) van het bedrijf. Ondertussen werken HP-onderzoekers ook aan racks met rfid-systemen en sensoren om het beheer te vergemakkelijken. |
Gebruik versus ontwerp
“Dit is de volgende generatie datacenterontwerp, voor consolidatie en standaardisatie”, prijst Peter Uelen, directeur Nederland van APC, aan. Hij benadrukt het belang van éérst een goed ontwerp maken van je serveromgeving. “Nog voor je de eerste server plaatst, laat staan applicaties installeert.”
“Het gebruik van datacenters is de laatste jaren drastisch veranderd, maar het ontwerp niet. Dat is niet flexibel of schaalbaar genoeg. Het toekomstige gebruik, ofwel de capaciteitsvraag, is onvoorspelbaar. Dus moet je inschatten wat je nodig denkt te hebben”, schetst hij de problematiek. Daarbij spelen er ook conflicterende cycli, aldus Uelen. “Datacenterontwerp is voor tien tot twintig jaar, terwijl applicaties voor twee tot drie jaar zijn.”
Dat verklaart in zijn optiek dan ook de ‘datacenter-walhalla’s’ die gedurende de internethype zijn gebouwd. “Oversizen was de oplossing: je neemt de verwachte load en gooit daar een marge bovenop.” Probleem is dat die inefficiëntie een capaciteitsoverschot kan inhouden, maar ook het beheer complexer maakt en groei (bij toenemende capaciteitsbehoefte) kan frustreren.
“Nieuwe technologie vereist betere koeling. We zijn al opgeschoven van 1 naar 2 kiloWatt per server. Tel dan dingen als bladeservers, nas (network attached storage) en applianceservers bij elkaar op en je hebt 17 tot 18 kiloWatt per rack nodig. Dit is niet theoretisch; ik heb bij Philips al 15 kiloWatt gezien.” De APC-racks gaan dan ook tot 20 kiloWatt. Niet alle racks hebben echter dergelijke stroomvreters en daarmee hitte-afgevers, dus is precisiekoeling nodig, aldus Uelen.
Omgevingssensoren
“Datacenterbeheer moet geïntegreerd worden met het bestaande beheer van it én van gebouwen”, adviseert Uelen. “Het serverrack was letterlijk slechts een kast, maar tegenwoordig vormt dat het datacenter.” Doordat APC in zijn InfraStruXure-racks noodstroomvoorziening, stroomdistributie, koeling en omgevingssensoren heeft opgenomen, zijn zowel die racks zelf als de servers erin veel makkelijker fysiek te verplaatsen. “Dankzij de modulaire opbouw heb je één hoofdkabel nodig, dus kun je makkelijk verhuizen, vervangen en hergebruiken.” Natuurlijk zijn dubbele kabels en voedingsmodules ook mogelijk, maar dat is nog altijd minder dan één stroomkabel per server in het rack.
“De monitoring van de omgeving geldt ook voor de deur van het rack”, legt Uelen uit. Het openzetten van een deur kan de luchtdoorstroom in een rack – en daarmee dus de koeling – sterk beïnvloeden. Bij oververhitte racks kan dat een noodgreep zijn om de koeling juist te verbeteren, maar APC’s InfraStruXure-racks hebben juist een intern afgestemde luchtstroom. Het topmodel is zelfs een totaal afgesloten geheel, compleet met eigen toegangsdeur en een warmtepad er�n.
In Nederland heeft de leverancier al enkele klanten voor zijn geavanceerde racks. Daaronder bevinden zich – al dan niet geconsolideerde – datacenters van KPMG, Deloitte, het Waterschap Friesland en de gemeente Tilburg. APC heeft ook een InfraStruXure-opstelling te Maranello (Italië) gebouwd voor het Formule-1-team van Ferrari.