De Telecomraad in Brussel neemt op 6 december een besluit over de privacyrichtlijn bij het telefoon- en internetverkeer. Dat zijn de lidstaten in Luxemburg overeengekomen.
Volgens zowel Nederland als Groot-Brittannië is het wenselijk om de richtlijn na de aanslagen van 11 september opnieuw te bekijken, hoewel er net afgelopen juni een compromis werd bereikt. ”De vraag is nu of de balans tussen de privacy van de individuele burger en de terrorismebestrijding nog steeds in evenwicht is”, aldus staatssecretaris Monique de Vries van Verkeer en Waterstaat gisteren.
Tot december buigen de lidstaten zich met name over de vraag of en op welke wijze telecombedrijven en internetproviders de registratie van het gegevensverkeer van hun klanten moeten bewaren in het kader van terrorismebestrijding. De Vries ontkent overigens dat voor Nederland al vaststaat dat de regels moeten worden aangescherpt. Het gaat hier volgens haar om een ‘complex vraagstuk’ waarvoor ‘ruime bedenktijd’ nodig is.
In juni besloot de EU nog om het belang van privacy bij internetgebruik zwaarder te laten wegen dan de aanpak van het misbruik van internet voor misdadige doeleinden. Het internet wordt belangrijk geacht voor de economie en daarom willen de lidstaten het gebruik ervan niet ontmoedigen. Bovendien hadden burgerrechtenorganisaties grote moeite met de mogelijkheid dat het surf- en mailgedrag wordt gelogd en opgeslagen.