"De ouderwetse informatietechnoloog is een beperkte automatiseerder. De moderne informatiekundige is de adviseur die aangeeft hoe een beslissingsproces beter is uit te voeren", stelt de winnaar van de Grote Computable Essaywedstrijd, Thomas de Boer.
Ooit waren professionele automatiseerders geheimzinnig doende magiërs die nooit eerder vertoonde kunsten lieten zien. Door de ontwikkelingen in de informatietechnologie lijkt het alsof diezelfde automatiseerder nu het lot ondergaat dat hij anderen zo vaak heeft doen ondergaan: hij lijkt te worden weggeautomatiseerd. Niet langer vragen klanten speciaal voor hen geschreven programmatuur, niet langer wachten ze gelaten af wat de automatiseerder voor hen bedenkt. Integendeel. Pakketten die brede mogelijkheden bieden vormen de basis voor automatisering door de gebruiker zelf; de automatiseerder mag hooguit nog wat installatiehandelingen verrichten die te vergelijken zijn met het rijklaar maken van een pasgekochte auto.
De automatiseerder als de verkoper van confectiekleding? Of toch de adviseur van maatkleding? Het antwoord op deze vragen wordt bemoeilijkt door de beperkingen van het centrale begrip ‘informatietechnologie’. De snelle ontwikkelingen rondom informatietechnologie hebben het begrip snel doen verouderen: het dekt bij lange na niet meer de lading van wat automatiseerders doen. Om iets zinnigs over de toekomst te kunnen zeggen, moeten we de term informatietechnologie aanpassen. Het leuke is dat als we dat doen de toegevoegde waarde in de toekomst ineens heel duidelijk wordt.
Het woord informatietechnologie bestaat uit twee deelwoorden: informatie en technologie. Beide zal ik voorzien van een nieuwe inhoud en context en zo maak ik de toekomst duidelijk.
Het begrip ‘informatie’
Laat ik beginnen met het begrip ‘informatie’. Het gangbare gebruik van het woord vindt plaats in termen als informatiesysteem en in zinnen als ‘een databank bevat veel informatie’ of ‘surfen op het world wide web geeft een schat aan informatie’. Geklets! Er is een betere definitie mogelijk.
Onze zintuigen ontvangen voortdurend signalen uit de leefomgeving: we lezen de krant, een testrapport en we branden onze mond aan te hete koffie. Sommige signalen kunnen we interpreteren, andere niet. Als u bij mijn naam (050)5773181 ziet staan, kunt u raden dat het mijn telefoonnummer is. Maar het getal ’60’, is dat mijn gewicht of mijn leeftijd? Signalen die we zinvol kunnen interpreteren noem ik gegevens of data. Mensen maken gebruik van gegevens: ik doe wat met het nieuws uit de krant, ik schaf een auto aan op basis van het testrapport en ik wacht met drinken tot de koffie genoeg is afgekoeld.
Al deze acties kunnen we brengen onder de noemer: het nemen van een beslissing. Een beslissing is gebaseerd op een selectie van gegevens; de gegevens die een beslisser bij een beslissing gebruikt, noem ik informatie. Een databank is dus rijkelijk gevuld met gegevens; de beslisser selecteert daaruit enkele gegevens en met die informatie onderbouwt hij zijn beslissing.
Een mens heeft een geheugen. Je geheugen kun je niet uitzetten, hooguit gebeurt dat op latere leeftijd vanzelf. Een beslisser herinnert zich, meer of minder goed, elke beslissing die hij heeft genomen. Dat noem ik ervaring. Slimme beslissers nemen zo nu en dan de tijd om zich te bezinnen op wat ze hebben gedaan. Was die-en-die beslissing wel goed, had het anders en misschien beter gekund? Met deze vragen evalueren ze hun ervaring. Of ze lezen artikelen in hun vakbladen en maken zo gebruik van de ervaring van anderen. De op deze manier geëvalueerde ervaring noem ik (praktijk)kennis.
Nadere precisering
In plaats van het ene woord informatie heb ik zo een tritsje gevormd van vier begrippen, die in zekere zin in elkaars verlengde liggen. De basis wordt gevormd door gegevens. Gegevens worden soms gebruikt als informatie voor het nemen van beslissingen. Beslissen leidt tot het opdoen van ervaring en de evaluatie daarvan leidt tot kennis.
En wat heeft informatietechnologie daar nou mee te maken? Veel, zo niet alles. In de afgelopen decennia is de ontwikkeling van de informatietechnologie langs dit tritsje gegaan. In den beginne waren er de transactieverwerkende systemen: registratie van gegevens voortkomend uit transacties. Later werden die gegevensbanken met wisselend succes toegankelijk gemaakt voor beslissers om er informatie uit te putten. In de loop van de tachtiger jaren kwamen er ontwerpen voor decision support-systemen die waren gericht op veelzijdige ondersteuning van beslissers, vergelijkbaar met het hebben van veel ervaring. Als laatste ontstonden expertsystemen en (ruimer) kennissystemen, waarin, zoals de naam al aangeeft, kennis wordt opgenomen.
Het klassieke begrip ‘informatietechnologie’ wordt geacht al deze toepassingen te dekken; het is duidelijk dat er soms sprake is van terminologische overschatting (transactieverwerkende ‘informatie’systemen) en soms van onderschatting (intelligente ‘informatie’systemen). We moeten onderscheid maken tussen verschillende soorten technologieën: data-, informatie- en kennistechnologie.
De moderne automatiseerder
Met dit onderscheid kunnen we de historie en daarmee de toekomst te lijf. We zien dat de datatechnologie grotendeels is geautomatiseerd: het ontwerpen en implementeren van databanken wordt rijkelijk ondersteund met workbenches en case-tools. Het ontwerpen van informatiesystemen (in de enge betekenis die ik er aan geef) is wat betreft de informatie-analyse (gedeeltelijk?) handwerk, maar als bekend is welke gegevens, wanneer, bij wie, informatie vormen, is de rest van het traject vergelijkbaar met het ontwerpen van een databank. Bij decision support-systemen is er sprake van grootschalig gebruik van standaardprogramma’s, zoals spreadsheets, databankpakketten en presentatieprogramma’s, waarin de gebruiker gedeeltelijk zijn eigen weg vindt, zij het met regelmatige ondersteuning van een helpdesk. Kennissystemen tenslotte zijn, vooral door de aard ervan, maatwerk dat grotendeels handmatig door de kennistechnoloog moet worden uitgevoerd.
Terugblikkend zien we dat het handwerk van de technische implementatie van systemen grotendeels is geautomatiseerd. Voorafgaand daaraan ligt het traject van de informatie-analyse en kennisacquisitie, het trajectgedeelte waar de automatiseerder creatief probleemoplossend te werk moet gaan. Dat gedeelte van het automatiseringswerk is noch te automatiseren, noch volledig op te vangen met standaardpakketten.
Wanneer ik de toekomst van de automatiseerder moet aangeven, dan ligt die voor mij niet op het gebied van het schrijven van programma’s, maar in de ontwerpfase. Softwarehouses zullen programma-ontwikkeling voor hun rekening nemen. Hoeveel dat er zullen zijn in de toekomst weet ik niet, maar ik houd het erop dat het een betrekkelijk klein aantal zal zijn en ze zullen zoveel mogelijk gebruik maken van standaardtools. De toekomst voor automatiseerders ligt in het trajectgedeelte dat voorafgaat aan de implementatie. Een tiental jaren geleden heette dat nog informatie-analyse en (functioneel) systeemontwerp. Het zwaartepunt lag vooral bij het ontwerp van het informatiesysteem en het afleveren van een efficiënt computersysteem dat de gewenste gegevens op tijd opleverde. Nu al, maar in de nabije toekomst zeker, verschuift dat zwaartepunt. De automatiseerder analyseert en ontwerpt nog steeds (informatie)systemen. Er is echter nu sprake van het analyseren en ontwerpen van een symbiose tussen gebruiker en geautomatiseerd systeem. Het fenomeen automatisering grijpt dermate diep in de individuele taakuitoefening en de organisatie in, dat de analyse niet beperkt kan blijven tot gegevens en computersystemen.
Een automatiseerder zal in de toekomst organisatie-ontwerper zijn; de automatisering zal niet langer gericht zijn op het alleen maar afleveren van een efficiënt computersysteem, maar vooral op een effectieve symbiose tussen mens en machine. Beide hebben hun sterke punte; alleen het samenbrengen van deze punten kan leiden tot succesvol automatiseren. Niet voor niets staat business process redesign in de belangstelling.
Rol van consument
Dat brengt me bij het tweede deelwoord: technologie. Zoals bij alle technologische innovaties zijn de ontwikkelingen in de informatietechnologie de afgelopen eerste decennia gestuurd door de technologie. In de wandeling spreken we niet voor niets van technological push. Naarmate de techniek inburgert verandert dat. De gebruikers worden mondiger, weten steeds beter wat ze wel en vooral wat ze niet willen. Dus wordt de slag om de consument belangrijk. Want hoe mooi en technisch hoogstaand je produkt ook is, als de meerderheid van de gebruikers voor een ander produkt kiest, mislukt het jouwe. Misschien kiest de consument niet altijd het beste produkt, hij kiest wèl en bepaalt zo voor een groot deel het aanbod op de markt. De technology push is veranderd in een demand pull.
Daarmee is voor mij de term informatie’technologie’ te beperkt geworden. De term moge dekkend zijn waar het de techniek van het automatiseren betreft, het begrip schiet schromelijk tekort waar het de toekomst van de automatisering betreft. In die toekomst ligt de nadruk niet op de techniek. Natuurlijk blijft die belangrijk: het is buiten kijf dat verdergaande technische ontwikkeling de automatisering blijft beïnvloeden. Maar het is slechts een deel van het verhaal. Het andere deel heeft te maken met de consument, de gebruiker. Die gebruiker laat ik weer opduiken in de persoon van de beslisser. De beslissende mens kan niet zonder informatie; geen beslisser kan het zich nu nog veroorloven een beslissing uit de losse pols te nemen, al was het alleen maar om later bij de afrekening gedekt te zijn.
De beslisser staat centraal in het toepassen van automatisering. Kan zo’n consument zonder advisering door een deskundige automatiseerder? Ik denk het niet. Natuurlijk, het wordt soms voorgesteld alsof een gebruiker achteloos in Visual Basic zijn eigen userinterface kan bouwen of (nog erger) ‘zelfstandig in zijn informatiebehoefte voorziet’. In de praktijk zie ik in plaats daarvan ietwat hulpeloze gebruikers met wat vuistregels een beperkt deel van hun standaardpakket gebruiken onder een niet optimaal geïnstalleerde versie van Windows. Ik denk dat zonder degelijk onderbouwd advies van een deskundige de gebruiker suboptimaal werkt. Oh ja, hij redt zich wel, maar efficiënt en effectief is anders.
Advies bij beslissen
Dáár ligt de toekomst van de automatisering. Gebruikers zijn mondig en weten wat ze willen, zeker in taakfunctionele termen. Een probleem is echter het vertalen van die wensen en ideeën naar pakketten, procedures en implementaties. De mogelijkheden zijn groot; het is niet te verwachten en overbodig dat een willekeurige gebruiker daarvan een compleet overzicht heeft, laat staan dat hij alle voor- en nadelen zou kennen die er bij horen. En dat niet alleen. Door zijn deskundigheid heeft de automatiseerder weet van de manieren waarop beslissingsprocessen, al dan niet ondersteund door computers, kunnen worden verbeterd. Niet alleen het aandragen van computers is van belang, de automatiseerder dient in samenwerking met de gebruiker het hele beslissingsproces te analyseren en vanuit zijn deskundigheid aanbevelingen te doen voor het verbeteren ervan. Daarbij wordt hij soms gestuurd door de wensen van de gebruiker, soms door zijn eigen inzichten.
Een dergelijke deskundige noem ik niet meer informatietechnoloog; het is een informatiekundige: iemand die inzicht heeft in de manier waarop een menselijke beslisser bij het uitvoeren van zijn taak gebruik maakt van gegevens, informatie, ervaring en kennis. En die op basis van dat inzicht de beslisser kan adviseren en het advies kan omzetten in een ontwerp voor een geautomatiseerd systeem. Het zwaartepunt ligt dan allang niet meer bij de vraag hoe bijvoorbeeld een databank moet worden gestructureerd, maar bij de vraag hoe de gebruiker tot een betere taakuitoefening komt. Dat daarbij vaak gebruik zal worden gemaakt van de mogelijkheden die de informatietechnologie biedt, zal niemand verbazen.
Rijstebrijberg
Daarmee is het beeld van de toekomst voor de automatiseerder compleet. De ouderwetse informatietechnoloog is een beperkte automatiseerder; de moderne informatiekundige is de adviseur die adviseert hoe een beslissingsproces beter is uit te voeren. Beter? Ja, in de betekenis van efficiënter, effectiever, rijker, meer mogelijkheden biedend en daar een verstandig gebruik van makend. De informatietechnologie heeft het probleem ‘hoe komt een beslisser aan gegevens’ opgelost. De informatiekundige heeft nu tot taak het probleem op te lossen ‘hoe haal ik uit die rijstebrijberg van gegevens efficiënt en effectief de informatie die ik nodig heb’ en in het verlengde daarvan ‘met welke kennis kan ik het beste dit probleem oplossen’.
Het vak van informatietechnoloog is geëvolueerd tot informatiekundige: van computermachinist is hij geworden tot adviseur voor beslissers. Dat vak van informatiekundige is bij lange na niet dood of gedegenereerd tot pakkettenschuiver. Het beslaat een uitermate interessant vakgebied dat raakt aan de essentie van de menselijke geest: het vermogen om met behulp van gegevens problemen op te lossen.
Thomas W. de Boer, Groningen
Professie zoekt toekomst
Waar ligt de toegevoegde waarde van IT’ers?, luidde de centrale vraag van de Grote Computable Essaywedstrijd. De opkomst van standaard-hardware en, vooral, pakketsoftware roept lastige vragen op. Wordt de IT’er een passieve uitvoerder van prefab-oplossingen? Reiken zijn professionele ontplooiingsmogelijkheden nog verder dan de levensduur van het pakket waarin hij gespecialiseerd is? Maakt intrinsieke, creatieve automatiseringskennis plaats voor pakketselectie? Neemt de rol van intermediaire partijen als systeemhuizen en consultants hierdoor in gewicht toe of af?
Ook het algemeen management aan gebruikerszijde en de IT-branche in Nederlands perspectief worden met nieuwe vragen geconfronteerd. Is het beoordelen, selecteren en beheren van kant-en-klare IT-produkten een kern-competentie van gebruikers? Of is het beter om strategische expertise in te huren, en verder te volstaan met een kleine staf voor onderhoud en ondersteuning? Wat zijn, nu grote Amerikaanse pakketaanbieders steeds meer softwareproduktie annexeren, de kansen van de Nederlandse pakketbouw-industrie?
Deze week in de vernieuwde Computable de winnaar van de eerste prijs, de komende week gevolgd door de nummers twee en drie.