DEN HAAG – De Initiatiefgroep Infrastructuur Elektronische Snelwegen heeft de plannen om een eigen standaard voor de elektronische snelweg te ontwikkelen naar beneden bijgesteld. Men gaat nu toch aansluiting zoeken bij internationaal geldende standaarden.
Ex-ING bankier W.E. Scherpenhuijsen Rom concentreert zich met de Initiatiefgroep voornamelijk op het geschikt maken van de kabel voor tweeweg-verkeer. Geprobeerd wordt een standaard te krijgen voor de settopbox, het kastje bij de televisie dat betaal-tv mogelijk maakt. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij wat internationaal gangbaar is. Verder is het streven de investeringen van de kabelmaatschappijen zodanig op elkaar af te stemmen dat de infrastructuren meer gelijkenis gaan vertonen.
De initiatiefgroep is inmiddels afgestapt van de gedachte een eigen standaard voor de elektronische snelweg te kunnen maken. Het beter geïnformeerde deel van de commissie waaronder de vertegenwoordigers van KPN, IBM en Lucent (vroeger AT&T), wist al langer dat het Internet-protocol hypertext markup language (html) zonder meer de standaard wordt. Maar enkele vertegenwoordigers uit de kabelwereld en uit het bankwezen kwamen pas onlangs tot die slotsom. De kenniskloof tussen de verschillende leden van de initiatiefgroep was er de oorzaak van dat sommigen lange tijd op het verkeerde spoor zaten.
Brief op poten
Maurice de Hond, directeur nieuwe media bij Wegener Arcade, heeft daarover twee weken geleden nog ‘een brief op poten’ gezonden naar de Tweede Kamer. Hij waarschuwt dat de eerdergenoemde initiatiefgroep er volledig verkeerd aan doet een Nederlandse standaard na te streven, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van Internet-protocollen. Binnen de commissie wordt bevestigd dat De Honds kritiek juist is maar inmiddels achterhaald.
De Hond vindt dat de commissies infrastructuur en ‘content’ die beide onder leiding staan van Scherpenhuijsen Rom, te weinig leden kent die kijk hebben op nieuwe technologieën. Scherpenhuijsen Rom verklaarde nog de afgelopen zomer dat hij niet geloofde in Internet, "omdat het iets was voor jonge mannen die in de tijd van de baas met de computer aan het spelen zijn".
Volgens Maurice de Hond wordt ook binnen Economische Zaken nog steeds ten onrechte gedacht dat de digitale snelweg via de televisie in de huiskamer komt, gebaseerd op vermaak. Er zou geen echte ’triggerapplicatie’ zijn. Alleen een optelling van alle diensten bij elkaar zou aantrekkelijk genoeg voor de consument zijn. De Hond constateert dat alle activiteiten binnen de initiatiefgroep er op zijn gericht met de voornaamste partijen uit het bedrijfsleven te komen tot een standaard voor een kastje, waarmee massaal interactief elektronische diensten via de televisie bij de mensen thuis zouden worden gebracht. Internet valt hier buiten. De Hond concludeert dat de betrokkenen blijkbaar Internet niet goed kennen of begrijpen. Corr.
De Hond verwijt Rijk passiviteit
Internet-goeroe Maurice de Hond die per week 5 tot 8 spreekbeurten over het Net houdt, verwijt de overheid passiviteit op dit gebied. De overheid zal zich snel grootschalig op dit medium moeten manifesteren. Met name de gemeenten houden de boot te veel af. De Hond ervaart in zijn contact met deze lokale overheden dat men nauwelijks weet wat er met dit medium valt te doen.
De Hond: "Men raakt al in verwarring bij de gedachte elektronische post te moeten ontvangen en beantwoorden. Het medium alleen te gebruiken als middel om regelingen te communiceren is bij lange na niet voldoende." Oud-opiniepeiler De Hond raadt overheden aan een databank op te zetten, van waaruit veel gestelde vragen kunnen worden beantwoord. Alleen op moeilijke vragen hoeft dan per e-mail te worden gereageerd. Wil Nederland een prominente plaats op de elektronische snelweg innemen dan moeten de verschillende overheidsinstanties zich daarop manifesteren.
Verder pleit hij er voor burgers gratis toegang te verlenen tot Internet. Openbare gebouwen, scholen en bibliotheken zouden daarvoor faciliteiten moeten krijgen. Ook Nederlandse bedrijven en organisaties kunnen best wat actiever worden op Internet. Economische Zaken moet dat stimuleren, aldus De Hond.